Vandaag stellen we een van onze OSA-consulenten aan jullie voor. Mirjam is sinds één jaar werkzaam bij Total Care, maar heeft al jaren ervaring met slaapapneu. Buiten haar werk is Mirjam moeder van drie kinderen, twee bonuskinderen en oma van twee kleinkinderen die altijd graag komen logeren. Daarnaast heeft Mirjam een bijzonder talent, waar zelfs menig collega nog niks vanaf wist.
Hoe heeft jouw loopbaan er de afgelopen jaren uitgezien?
‘Ik ben begonnen in de ouderenzorg samen met mijn huidige collega Eveline. Na een aantal jaar was ik toe aan iets anders en heb ik een omscholing gedaan tot kraamverzorgster. Ik vond het werk zelf enorm leuk. Als kraamverzorgster mag je voor acht dagen onderdeel zijn van een bijzonder moment van een nieuw gezinnetje. Het nadeel van kraamverzorgster is dat je soms drie weken on-hold moet staan zonder daadwerkelijk aan het werk te zijn en dat ging me tegen zitten.’
‘Vervolgens ben ik gestart als medewerker slaapregistratie in het ziekenhuis. Hier werkte ik weer samen met collega Eveline van Total Care. Dit ziekenhuis ging helaas failliet waardoor ik op zoek moest naar een nieuwe uitdaging. Zo begon ik bij een leverancier voor medische producten in slaapapneu. Hier voerde ik ook slaapregistraties uit. Dit waren altijd avonddiensten waarbij ik patiënten hielp met het aanbrengen van de slaapregistratieapparatuur en bereikbaar was voor vragen. Na een tijdje haalde ik hier niet meer genoeg voldoening uit waardoor ik via Eveline bij Total Care terecht ben gekomen. En hier werk ik inmiddels alweer één jaar met veel plezier.’
Waar word je gelukkig van?
‘Ik word gelukkig van tijd doorbrengen met mijn familie. Mijn vader is op zijn 46ste al overleden en heeft alleen mijn oudste kind een half jaartje gekend. Dat heeft er voor gezorgd dat ik nog meer bewust geniet. Bovendien maken mijn kinderen me ook heel gelukkig, omdat ze het zo goed voor elkaar hebben. Hun vader en ik zijn al op jonge leeftijd gescheiden, dat heeft best wat impact op kinderen. Het maakt me dan ook trots dat ze zijn zoals ze zijn.’
Is er een situatie met een patiënt die jou het meest bijstaat?
‘Er is een patiënt die woont in een dorp waar ik opgegroeid ben daar kunnen we altijd tussendoor gezellig over kletsen. En ook al kom ik voor de CPAP therapie langs, ze maakt zich het meest druk om haar haar. Zo spuit ze wel een hele bus haarlak leeg om ervoor te zorgen dat dit weerstand biedt tegen de hoofdband. Ze zet ook altijd wat lekkers klaar op tafel: een koektrommel, bonbon schaal of ossenworst. Het is altijd een leuke afspraak. Ik vind het fijn om te merken dat het dan zo goed gaat met iemand.’
‘Daarnaast kreeg ik een tijd geleden een telefoontje vanuit het ziekenhuis om met spoed een nieuw masker te leveren voor een patiënt. Deze man had een ongeluk gehad waarbij hij zijn ribben op zestien plekken had gebroken en zijn masker werkte niet goed. Hij moest een fullface masker hebben. Vervolgens werd ik twee dagen later persoonlijk door zijn vrouw gebeld om mij te bedanken, omdat dit dé oplossing voor deze meneer was in die toch al moeilijke tijd. Dat geeft enorm veel waardering.’
Heb je een geheim talent?
‘Ik denk niet dat veel mensen van mij weten dat ik al 30 jaar aan rolstoeldansen doe en dan voornamelijk ballroom. Ik heb tijdens mijn opleiding voor verzorgenden een keer een demonstratie gehad en ik vond het mede namens mijn dansachtergrond heel leuk en ben meteen begonnen. Ik startte zelf staand met een partner in de rolstoel. Na 6 weken trainen had ik al mijn eerste wedstrijd en werden we Nederlands kampioen. Inmiddels ben ik zelf ook bevoegd om les te geven en ben ik drie jaar geleden nogmaals Nederlands kampioen geworden. Afgelopen jaren ben ik al meerdere malen geopereerd aan mijn knie waardoor ik nu zelf ook in een rolstoel dans, omdat het staand dansen te heftig is. Vorig jaar was mijn eerste wedstrijd in een rolstoel en werd ik tweede van Nederland.'
Als je een patiënt iets mee zou kunnen geven, wat zou dat dan zijn?
‘Naast het feit dat je het tijd moet geven om te wennen is het ook belangrijk om te weten dat wij er altijd voor de patiënten zijn. Je mag altijd bellen, al zijn het vijf telefoontjes met dezelfde vraag, daar zijn we voor.’